Met een botscan, ofwel een skeletscintigrafie, kunnen afwijkingen in botten en gewrichten opgespoord worden.

Dit is mogelijk door een kleine hoeveelheid radioactieve vloeistof toe te dienen in een bloedvat. Na een paar uur is deze vloeistof in uw botweefsel opgenomen en kunnen uw botten en gewrichten goed in beeld gebracht worden met behulp van een gammacamera.

Voorbereiding

Voor dit onderzoek is geen specifieke voorbereiding nodig. Het is verstandig gemakkelijk zittende kleding te dragen en sieraden en metalen voorwerpen zoveel mogelijk thuis te laten. U hoeft niet nuchter te zijn en kunt uw medicijnen op de gebruikelijke manier innemen. Als u nog bloed moet laten afnemen bij de afdeling bloedafname, doe dit dan voor de toediening van de radioactieve vloeistof.

In de tijd tussen injectie en opname moet u een (halve) liter extra drinken. Door meer te drinken wordt de radioactieve stof namelijk sneller in het botweefsel opgenomen. Verder moet u enkele minuten voor het onderzoek goed uitplassen, uw (broek)zakken legen en metalen voorwerpen zoals een riem en sieraden af doen. Meestal kunt u uw kleren aanhouden. 

Het onderzoek

Met de totale lichaamsscintigrafie wordt uw gehele skelet bekeken. In de voorbereidingsruimte krijgt u een injectie met een geringe hoeveelheid radioactieve vloeistof. Dit verspreidt zich via uw bloedvaten door het lichaam en is na ongeveer 3 uur door de botten opgenomen. Vlak voor het maken van de opnames wordt u gevraagd u naar het toilet te gaan om goed uit te plassen. Ook mannen moeten zittend plassen en na het plassen goed afdrogen. In uw urine zit namelijk een deel van de radioactieve stof en dit kan storende beelden geven.

De opname duurt ongeveer 20 minuten. Soms worden aanvullende opnames gemaakt van een bepaald gebied. Deze opnames duren ook ongeveer 20 minuten.

Het onderzoek duurt dus 20 tot 45 minuten (en ongeveer 3 uur wachten tussen injectie en scan).

Nazorg

Na het onderzoek mag u direct naar huis. Het onderzoek wordt beoordeeld door de nucleair geneeskundige en de uitslag wordt door de behandelend arts met u besproken.

Er zijn geen bijwerkingen: de radioactieve vloeistof is niet schadelijk en plast u gewoon weer uit.