Een renografie (renogram) is een nucleair onderzoek. Dat wil zeggen dat bij dit onderzoek een radioactieve stof wordt gebruikt.

Het doel van een renografie is om vast te stellen hoe goed uw nieren werken. Een arts meet hoe snel de nieren de radioactieve stof uit het bloed filteren en transporteren naar de blaas. U krijgt een renografie als uw arts vermoed dat er iets mis is met de werking van de nieren of de afvoer van urine. 

Voorbereiding

U krijgt voor het renogram een halve liter water. Dit moet u opdrinken. Het water zorgt er voor dat de nieren harder gaan werken. Na 30 minuten plast u het uit op het toilet. 

Onderzoek

Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug. Voor het onderzoek mag u uw kleding aanhouden. Onder u hangt een camera. Via een infuus krijgt u een radioactieve vloeistof in uw arm gespoten. Deze stof maakt de nieren zichtbaar op de foto’s. Soms wordt ook een plasmedicijn ingespoten om de nieren nog harder te laten werken. Vervolgens worden de foto’s gemaakt en is het onderzoek klaar. Het hele onderzoek duurt ongeveer 60 minuten. Hierin zit een wachttijd van 30 minuten.

Nazorg

Na het onderzoek kunt u weer naar huis. U mag meteen weer autorijden. U kunt gewoon eten en drinken. Het is goed om wat meer te drinken. De radioactieve stof gaat uit het lichaam via de urine. Na het plassen moet u goed de handen wassen.

Het onderzoek is niet gevaarlijk. De hoeveelheid straling die u krijgt, is evenveel als bij een röntgenfoto. Na enkele dagen is alle radioactieve vloeistof uit het lichaam. U kunt een blauwe plek krijgen van de prik. Deze verdwijnt na een paar dagen vanzelf. Van de radioactieve vloeistof merkt u niets. De dokter van de afdeling nucleaire geneeskunde kijkt eerst naar de foto’s. Uw behandeld arts spreekt met u af, wanneer u de uitslag van het onderzoek krijgt.

Renografie bij kinderen

Bij kinderen tot en met 5 jaar wordt bij de afspraak voor het renogram ook een afspraak bij de dagbehandeling van het ziekenhuis gemaakt. Hier wordt een infuusnaaldje ingebracht als voorbereiding op het renogram-onderzoek. Na het inbrengen van het infuusnaaldje komt u met uw kind naar de afdeling Nucleaire Geneeskunde. 

Voor aanvang van het onderzoek krijgt uw kind in de wachtkamer van de afdeling Nucleaire Geneeskunde water te drinken. Het drinken stimuleert de nierfunctie en de urineproductie. Kinderen krijgen een hoeveelheid drinken op basis van hun lichaamsgewicht. Voor kleine kinderen dient u een flesje met drinken of eigen voeding mee te nemen. U kunt vaak als ouder(s) bij het gehele onderzoek aanwezig blijven.

Na ongeveer 30 minuten wordt u kind verzocht goed uit te plassen. Daarna komt uw kind op de rug op de onderzoekstafel te liggen. Om te zorgen dat u kind tijdens het onderzoek stil blijft liggen kan gebruik worden gemaakt van fixatiemiddelen, zoals bijvoorbeeld een vacuüm-kussen.

Via het infuusnaaldje wordt een kleine hoeveelheid radioactieve stof toegediend. Onmiddellijk na de toediening worden er gedurende 30 tot 40 minuten opnamen gemaakt van de nier(en). Na ongeveer 10 minuten zal de uitvoerende radiologie laborant via het infuusnaaldje een plasmiddel (lasix) toedienen. 
Wanneer de foto’s klaar zijn wordt u kind nog eenmaal verzocht om uit te plassen. Hierna wordt er nog één opname gemaakt. De laborant vertelt u wanneer het onderzoek klaar is. U kunt dan weer naar huis.