Verminderde vruchtbaarheid (subfertiliteit) of onvruchtbaarheid (infertiliteit) kunnen een kinderwens bemoeilijken.

Ongeveer één op de zes stellen heeft te maken met een onvervulde zwangerschapswens na minimaal één jaar frequente geslachtsgemeenschap. Bij een derde ligt de oorzaak bij de vrouw en bij een derde bij de man. In de overige situatie is het probleem bij beiden gelegen of is de reden niet duidelijk.

Een vruchtbaarheidsprobleem kan invloed hebben op de relatie en roept vaak verdrietige emoties op.

De uroloog richt zich voornamelijk op de vruchtbaarheidsproblemen rondom de man. Op de  website www.freya.nl staat veel beschreven over vruchtbaarheidsproblemen bij de vrouw.

Lichamelijk onderzoek
Bij lichamelijk onderzoek zal er bij de man gelet worden op lichaamsbeharing en het mannelijk genitaal. De positie en de grootte/consistentie van de zaadballen worden onderzocht. Er wordt onderzocht of er wellicht een spatader (varicocele) te voelen is in de balzak. Ook wordt gevoeld naar de aanwezigheid van de zaadleiders richting de liezen.

Echo
Een echo van de balzak kan de grootte van de bal bevestigen en de aanwezigheid van een eventuele spatader vaststellen.

Semenanalyse (sperma onderzoek)
Een afwijking bij de man komt meestal aan het licht middels sperma-onderzoek. Dit onderzoek laat bijvoorbeeld te weinig (of geen) bewegende zaadcellen zien. Ook wordt er gekeken naar het volume en de concentratie. Tevens zijn de vorm en de zuurgraad van de zaadcellen van belang.

Bloedonderzoek
Het bepalen van bepaalde hormonen in het bloed kunnen soms helpen om de oorzaak van onvruchtbaarheid te achterhalen. Genetisch onderzoek kan ook geïndiceerd zijn.

Leefstijladvies
Een gezondere levensstijl is van belang voor een goede spermaproductie. Roken, overmatig alcohol, drugs en anabolen hebben een negatief effect op. Ook kunnen doorgemaakte SOA en infecties invloed hebben op de productie van sperma. Tevens kan overtollige warmte, zoals frequent saunabezoek, de ontwikkeling van zaadcellen belemmeren.

Spatader behandeling
Het behandelen van een spatader (varicocèle) kan in sommige gevallen tot een betere sperma-kwaliteit leiden. Een behandeling kan plaatsvinden via een bloedvat (embolisatie) of middels een operatie, waarbij de ader wordt afgebonden. Meer informatie over deze ingrepen leest u hieronder.

Geassisteerde voortplanting
Afgelopen jaren heeft er een enorme toename van kennis op het gebied van voortplantingsproblemen bij de man plaatsgevonden. Een goede behandeling is echter niet altijd mogelijk en daarom wordt er vaak vlot naar geassisteerde voortplantingstechnieken gegrepen, zoals inseminatie van zaad in de baarmoeder (intra-uteriene inseminatie), reageerbuisbevruchting (in vitro fertilisatie = IVF) of zelfs ICSI (intra cytoplasmatisch sperma injectie), waarbij in het laboratorium een zaadcel in een eicel wordt gebracht met zeer geavanceerde apparatuur.

Om gezonde zaadcellen te vinden is soms een operatie van de zaadbal of bijbal noodzakelijk. Er wordt dan een stukje weefsel uit de (bij)bal (TESE/MESA) verwijderd of opgezogen, dat onder de microscoop wordt onderzocht op bruikbare zaadcellen. Hieronder lees je daarover meer.

De behandeling van varicocèles wordt alleen gedaan indien de varcocèle klachten oplevert of als de man ongewenst kinderloos blijft en een afwijkende zaadproductie blijkt te hebben.

Er zijn verschillende technieken beschikbaar om de variocèle te behandelen namelijk een embolisatie of een operatieve behandeling.

Tijdens de operatie worden via een klein sneetje in de onderbuik de bloedvaten opgezocht en afgebonden. Ditzelfde sneetje kan ook worden gemaakt in de lies of in de balzak (scrotum). Hoe verder van de zaadbal, des te makkelijker zijn de bloedvaten te vinden. Het is ook mogelijk om via radiologische technieken de spatader zichtbaar te maken met contrastvloeistof. Vervolgens wordt dan een afsluitend veertje in de spatader geschoten, zodat de spatader afsterft. De succeskans van deze ingreep is ongeveer 80%.

Na de operatieve behandeling is er een kleine kans op een infectie of bloeduitstorting. In een zeldzaam geval treedt een beschadiging op van een zenuw, die naar de buitenkant van het bovenbeen loopt, waardoor er een dove plek kan ontstaan.

Gedurende twee weken na de ingreep mag u niet sporten of zwaar tillen.

MESA/PESA en TESE zijn vruchtbaarheidsbehandelingen voor mannen met azoöspermie. Er wordt geprobeerd om tijdens deze kleine operatie levende zaadcellen uit een bijbal of zaadbal (testikel) te verkrijgen

Azoöspermie betekent dat er geen zaadcellen in de zaadlozing (sperma) zitten. Dit kan komen doordat:

  • er een verstopping zit in de zaadleiders of in de bijballen
  • er problemen zijn met de aanmaak van zaadcellen in de de zaadballen
  • de zaadballen niet goed zijn aangelegd of helemaal ontbreken

Met bloedonderzoek worden de waarde van de hormonen in het bloed bepaald. Hieraan kun je meestal zien of het om een verstopping gaat of een probleem met de aanmaak van zaadcellen. Meestal is het ook nodig om een echo van de zaadballen te maken. Als er gedacht wordt aan een erfelijke afwijking, wordt erfelijkheidsonderzoek verricht.

Mogelijke behandelingen

Een MESA/PESA of TESE behandeling is altijd onderdeel van een breder vruchtbaarheidsonderzoek van beide partners. Het hangt van de oorzaak af welke behandeling mogelijk is: MESA /PESA of TESE.

MESA/PESA

Als er een afsluiting in de zaadleiders is, kan geprobeerd worden om zaadcellen uit de bijbal te halen. Dat kan tijdens een kleine operatie onder een plaatselijke verdoving. Er wordt gepoogd voldoende bewegende zaadcellen te verkrijgen. Dit lukt bij ongeveer 90% van alle mannen. Lukt het met MESA/PESA niet om voldoende bewegende zaadcellen te krijgen dan doen we meteen een TESE.

De behandeling

Je krijgt een plaatselijke verdoving in de zaadleider en de huid. Als het nodig is spreekt de uroloog met u af dat ze u in slaap kunnen brengen (roesje). Zodra de verdoving werkt, prikt de arts met een naaldje in de bijbal en wordt de vloeistof opgezogen. Er wordt meteen onderzocht of er levende zaadcellen in het vocht zitten. Als er geen zaadcellen in het vocht zitten, wordt dezelfde procedure aan de andere kant gedaan. Kan er in beide bijballen geen zaad worden opgezogen? Dan zal de arts met een kleine operatie met kleine snee in de zak direct bewegend zaad uit de bijbal te halen.

TESE

Als er problemen zijn met de aanmaak van zaadcellen, kunnen we met TESE proberen om zaadcellen rechtstreeks uit de bal zelf te halen. De kans dat dit lukt is 50%.

De behandeling

je krijgt een plaatselijke verdoving in de zaadleider en huid. Als het nodig is spreekt de uroloog met u af dat ze u in slaap kunnen brengen (roesje). Als de verdoving werkt, wordt er een kleine snee in de zak gemaakt en wordt vervolgens de testikel geopend. Er wordt een kleine stukjes weefsel van de bal weggehaald. Meestal gebeurt dit aan beide kanten.

In het laboratorium of er zaadcellen aanwezig zijn in het afgenomen materiaal. Als er voldoende bewegende zaadcellen te zien zijn, worden deze ingevroren om op een later moment te kunnen gebruiken bij  een ICSI behandeling.

 

Nazorg

Na de behandeling kun je direct weer naar huis. Doe het in ieder geval een week rustig aan, om de kans op nabloedingen zo klein mogelijk te maken.

Bijwerkingen

Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. De belangrijkste complicaties die kunnen optreden zijn een bloeding of een ontsteking van de bijbal of de testikel.

Heel soms komt het voor dat iemand langere tijd pijn heeft aan de bijbal. Dit kan soms weken tot maanden duren. Dat komt voor bij mannen die nog niet eerder aan de testikels zijn geopereerd.

In wetenschappelijke onderzoeken is de gezondheid van kinderen die geboren zijn met hulp van een MESAPESA- of TESE-behandeling een aantal jaren gevolgd. Het onderzoek laat zien dat kinderen die geboren zijn na een MESA/PESA- of TESE-behandeling even gezond zijn als kinderen die geboren zijn na een 'gewone' IVF- of ICSI-behandeling. De eerste MESA/PESA- en TESE- behandelingen waren in 1995. Er zijn daarom nog geen onderzoekgegevens over de gevolgen op een langere termijn.