Voorbereiding
Voor vrouwen (zwangerschap, borstvoeding e.d.): Röntgenonderzoek kan beter niet worden gedaan als (de kans bestaat dat) u zwanger bent. Bij twijfel moet het onderzoek worden gedaan binnen 10 dagen na de eerste dag van de menstruatie. Verander zo nodig uw afspraak. Na contrasttoediening mag u 24 uur geen borstvoeding geven.
Contrastvloeistof: In de contrastvloeistof zit een jodiumverbinding. Jodiumhoudende stoffen kunnen een allergische reactie veroorzaken bij mensen die hiervoor overgevoelig zijn. Bent u overgevoelig voor deze stoffen? Bespreek dit dan met uw behandelend specialist. Wilt u het ook voor het onderzoek zeggen tegen de laborant(e) of radioloog? Om er voor te zorgen dat de contrastvloeistof niet verdund wordt door urine, vragen wij u vlak voor het onderzoek naar het toilet gaan.
Het onderzoek
Eerst wordt een dunne katheter (slangetje) door de plasbuis in de blaas geplaatst. Als het slangetje goed op zijn plaats zit, wordt de blaas met contrastvloeistof gevuld. Daarna maken we foto’s met het röntgenapparaat. Als uw behandelend arts een mictie-cystogram heeft aangevraagd, worden ook foto’s gemaakt tijdens het plassen om de functie van de blaas en de plasbuis goed te beoordelen. Nadat de katheter verwijderd is en u naar het toilet bent geweest, wordt er nog een laatste foto gemaakt om te kijken of er nog urine in de blaas is achtergebleven.
Het onderzoek duurt 30 tot 60 minuten.
Nazorg
De radioloog kan u de uitslag meestal niet gelijk geven. De radioloog maakt een verslag voor uw behandelend arts. Hij of zij zal de uitslag met u bespreken.
Bijwerkingen
Tot twee dagen na het onderzoek kunt u last hebben van een gevoelige plasbuis en kan de urine nog wat gekleurd zijn van de contrastvloeistof. Hierover hoeft u zich geen zorgen te maken.