Er zijn diverse redenen om de niersteen te verwijderen. U heeft bijvoorbeeld heftige pijnaanvallen (kolieken), stuwing van de nier, een infectie of een verminderde functie van de nier. De uroloog bespreekt met u de operatieve mogelijkheden. Een percutane niersteenverwijdering wordt veelal geadviseerd bij grote en harde nierstenen.

Percutaan betekent door de huid. De arts maakt op uw rugzijde door de huid heen een toegang naar de nier. Via deze toegang kan de steen met behulp van speciale instrumenten worden vergruisd en/of verwijderd. De operatie vindt plaats onder narcose en duurt meestal één à twee uur, soms langer. Als er geen complicaties optreden, blijft u na de operatie nog twee tot vier dagen in het ziekenhuis.

De operatie

De arts brengt een hol kijkbuisje via de plasbuis in de blaas. Door dit buisje wordt een dun slangetje via de urineleider (ureter) opgeschoven tot in de nier. Het slangetje (ureterkatheter) komt via de plasbuis naar buiten. Het kijkbuisje wordt uit de blaas genomen en de ureterkatheter wordt bevestigd aan een blaaskatheter. De ureterkatheter wordt meestal verwijderd als de operatie klaar is. De blaaskatheter blijft nog een dag in de blaas zitten om te zorgen voor een goede urineafvoer.

Vervolgens wordt de nier met behulp van een echoapparaat zichtbaar gemaakt. De arts prikt de nier via de rug aan met een dunne naald. Het kanaaltje dat door de naald is gemaakt wordt vervolgens verwijd tot een diameter van ongeveer één centimeter. De arts kan via deze toegang, met behulp van speciale instrumenten, de binnenkant van de nier bekijken en de steen verwijderen. Als de steen groter is dan 1 cm, wordt de steen eerst verkleind. Dit gebeurt met behulp van een laser- of een trilapparaat. Daarna worden de deeltjes van de steen weggenomen. Soms zijn de deeltjes van de steen zo klein dat u ze kunt uitplassen.

Als de operatie klaar is, plaatst de arts via het operatiekanaal een katheter in de nier. Deze katheter(slang) komt via de rug naar buiten. Door de katheter kan de urine aflopen in een urinezak. De urine is meestal bloederig, ook kan er wat gruis mee naar buiten komen.

 

 

Nazorg

Na de operatie heeft u een infuus voor vocht en medicijnen, een blaaskatheter voor het afvloeien van de urine en een nierkatheter voor het afvloeien van urine, bloed en gruis.

Met de voorgeschreven pijnmedicatie moet u de pijn na de operatie goed kunnen verdragen. U krijgt op vaste tijden pijnstillers en zo nodig aanvullende pijnstillers. Een aantal keren per dag neemt de verpleegkundige een ‘pijnscore’ af. Dit betekent dat u aangeeft hoeveel pijn u heeft, hierop wordt de pijnstilling afgestemd.

De blaaskatheter kan de blaaswand irriteren. Dat kan een sterke aandrang tot plassen geven. Ook voor deze pijn kan de verpleegkundige u medicijnen geven. Meestal wordt de blaaskatheter op de dag na de operatie verwijderd.

Om te controleren of er nog reststenen zijn achtergebleven en of de urine goed van de nier naar de blaas kan vloeien worden soms na de operatie röntgenfoto’s gemaakt. Hierbij wordt een contrastvloeistof via de nierkatheter in de nier gebracht. Na een aantal dagen verwijdert de arts de nierkatheter. De opening in de huid sluit spontaan. Er ontstaat een klein rond litteken van ongeveer één centimeter. Eén tot twee dagen na het verwijderen van de nierkatheter mag u meestal naar huis. Er kan dan nog wat urine uit de wond
lekken, dit stopt vanzelf.

Complicaties

Zoals bij iedere operatie kunnen ook bij het verwijderen van een niersteen complicaties optreden. Over het algemeen is het verwijderen van een niersteen door de huid een veilige methode en zijn de ondergenoemde complicaties zeldzaam

  • Soms lukt het de arts niet om de nier op de juiste manier aan te prikken om de niersteen te bereiken. In dat geval stopt de arts met de operatie.
  • Bij het maken van de opening tussen de huid en de nier komt het heel soms voor dat er andere organen (dikke darm, longvlies) geraakt worden. Dan kan een andere operatie noodzakelijk zijn.
  • Om een urineweginfectie te voorkomen krijgt u rondom de operatie antibiotica. Toch kan het gebeuren dat u, ondanks de antibiotica, koorts krijgt doordat bacteriën de bloedbaan binnendringen. Dan kan het nodig zijn tijdelijk op de Intensive Care te verblijven.