Als de nier het nog goed doet en de patiënt last heeft, dan wordt de vernauwing verholpen. Tijdens de behandeling knipt de arts het vernauwde deel van de urineleider eruit. Daarna hecht hij of zij de stomp van de urineleider weer aan het nierbekken. Deze nieuwe verbinding noemen we ook wel anastomose. Deze operatie heet een pyelumplastiek.

Deze operatie kan open (met een snee in de zij) gedaan worden, dit is de meest gebruikte manier bij kinderen. Ook kan het met een kijkoperatie (laparoscopie) of met behulp van een robot geopereerd worden. De opname duurt meestal 2 á 3 dagen. Na de behandeling blijft er een zogenaamde JJ-katheter (splint) achter tussen de nier en de blaas. Deze zorgt ervoor dat de nieuwe verbinding netjes geneest. Deze katheter blijft 2 tot 4 weken zitten. Daarna verwijderen we deze op de polikliniek. Voor het verwijderen van de katheter brengt de arts een instrument met een kleine camera in de blaas. Bij vrouwen doen we dit via de schede met een star buisje. Bij mannen doen we dit via de penis met een flexibel instrument. De slagingskans van deze operatie is hoog: ongeveer 90-95%.

Complicaties komen niet veel voor. Mogelijke complicaties zijn: nabloeding, wondinfectie en koorts. De urine kan rood gekleurd zijn. Dit komt doordat bloed zich mengt met de urine. Dit kan vooral de eerste dag na de operatie voorkomen. Ook kunt u misselijk zijn van de narcose. Meestal kunt u na 2 tot 5 dagen naar huis.

Bron: Patiëntenfolder operatie UPJ stenose van Diaconessenhuis Utrecht

 

Nazorg bij kinderen

Na de operatie kan het zijn dat uw kind een aantal katheters (buigzame slangetjes/
buisjes) in zijn of haar buik heeft. 

Een wonddrain: De wonddrain komt via je huid naar buiten, via die zijde van je lichaam waar je geopereerd bent. Deze zorgt ervoor dat wondvocht en bloed uit je lichaam gaat. Dit wondvocht en bloed vangen we op in een dicht zakje dat aan de drain vastzit. Het lijkt een beetje op een lampionnetje met van die harmonicavouwen erin. Na 1 of 2 dagen halen we de drain uit de wond.

De splint (stent): Een splint is een blauw of wit slangetje waarvan je het grootste gedeelte niet ziet. Het zorgt ervoor dat de nieuwe verbinding tussen de nier en de urineleider open blijft. De splint heeft ook een uitgang naar buiten. Die kun je wel zien. Er zit een zakje aan waar de urine in loopt. Voordat je naar huis mag, halen we dit opvangzakje eraf en plaatsen we een dopje op de splint. Twee weken na de operatie kom je terug naar de polikliniek. We halen dan de splint er weer uit.

De dubbel J katheter: Alleen bij de laparoscopische operatie krijg je een dubbel-Jkatheter. Dit is een dun, soepel buisje (je kan het ook slangetje noemen) met aan de beide uiteinden een krul, waarvan de
ene krul in de nier ligt en de andere in de blaas. Het slangetje ligt in de nier, gaat dan door de urineleider naar de blaas. Het neemt even de taak van de urineleider over en zorgt ervoor dat de urine van je nier naar je blaas kan. Dit buisje zit in je buik en kun je niet zien. Je merkt er meestal niets van. Sommige kinderen kunnen wat krampen voelen. Ongeveer 1 maand na de operatie mag deze katheter eruit. 
Hiervoor moet je nog een keer naar het ziekenhuis komen. Je gaat nog een keer onder narcose op de operatiekamer.

De epiduraal katheter: Dit is een heel dun plastic slangetje in je rug (een soort infuus). Via dit slangetje kunnen we je medicijnen tegen de pijn geven. Doordat het in je rug zit, komen de medicijnen precies op de goede plek en werken zo het beste. Deze epiduraal katheter blijft meestal 1 of 2 dagen zitten. Of
langer als jij dat nodig hebt.

De urinekatheter: Dat is een dun slangetje dat via je plasgaatje, via je plasbuis, in je blaas zit. Je urine (plas) loopt dan door het slangetje, door je urinebuis, uit je blaas in een opvangzak. Jij hoeft er niets voor te doen. Deze urinekatheter houd je zolang je de epiduraal katheter hebt. Wanneer de epiduraal katheter er 
uit mag, halen we ook de urinekatheter weg. Je kan dan weer zelf plassen. 

Een infuus: Dit is een flexibel buisje dat in een bloedvat in je arm of been zit. Via het infuus kun je vocht (drinken) en medicijnen (bijvoorbeeld antibiotica) krijgen. Het infuus halen we weg als je zelf goed eet, drinkt, medicijnen kunt slikken en de epiduraal katheter er uit is.

Mogelijke bijwerkingen van de pyelumplastiek: 
Na de operatie kun je pijn hebben in je buik, waar de wond zit. Daarom krijg je na de operatie medicijnen tegen de pijn. Via de epiduraal katheter en drie of vier keer per dag een paracetamol (zet)pil. Tegen de blaaskrampen krijg je een drankje of tablet, dit medicijn heet dridase. Het kan zijn dat je ongeveer een half uur na het innemen van de dridase een rood gezicht krijgt. Dit gaat vanzelf weer over. Na het uithalen van de urinekatheter kan het plassen de eerste paar keer nog wat pijnlijk zijn. Dit gaat na een poosje weer over.
Bij je urine kan tot 10 dagen na de operatie nog bloed zitten. Dit komt door de operatiewond. Hierdoor kan je urine rood kleuren, maar dit doet geen pijn.

Mogelijke complicaties bij kinderen

Wondinfectie: Na de operatie heb je een wond of 4 kleine wondjes op je buik. Soms kan de wond gaan ontsteken. De wond wordt dan rood, er kan pus uitkomen, het kan pijn doen en je kunt koorts krijgen. Tegen de wondinfectie krijg je medicijnen, antibiotica, zodat deze weer overgaat.

Urineweginfectie: De kans op een urineweginfectie is na de operatie groter. Om dit te voorkomen, krijg je antibiotica via je infuus en na een dag antibiotica in een drankje of tablet.

Blaaskrampen: Door de urinekatheter kun je blaaskrampen krijgen. Je krijgt daarom drie keer per dag Dridase. Dat is een medicijn tegen blaaskrampen. Voordat de urinekatheter er uit wordt gehaald, stop je met de dridase. Te veel plassen Sommige kinderen gaan na de pyelumplastiek te veel plassen. De verpleegkundige schrijft precies op wat je drinkt en plast.

Verstopping van de splint en/of de urinekatheter: In de splint of urinekatheter kunnen bloedstolsels komen.
Daardoor raakt het slangetje verstopt. De verpleegkundige probeert de stolsels op te lossen door met een spuitje zoutoplossing het slangetje door te spuiten.

Pijn of koorts: Het kan zijn dat een kind pijn of koorts krijgt als er een dopje op de splint wordt gedaan. Dan wordt opnieuw een opvangzakje voor de urine aangesloten. Soms gaan ze dan met een opvangzakje, voor urine, aan de splint naar huis.

Naar huis


Het is belangrijk dat je thuis ook goed drinkt. Bij je urine kan tot 10 dagen na de operatie nog bloed zitten,
waardoor deze rood van kleur is, dit is normaal. Je krijgt medicijnen, antibiotica, mee naar huis. Deze moet je
gebruiken tot je weer bij de dokter op de polikliniek komt. Het is de bedoeling dat, als je 1 x per dag antibiotica hebt, je dit 's avonds neemt.

Bescherm verse littekens tegen de zon in verband met makkelijk verbranden. Smeer hiervoor zonnebrandcrème met hoge beschermingsfactor.

Als je een splint hebt, kom je na twee weken terug op de polikliniek. Dan halen we de splint (blauw of wit slangetje) eruit.


Als je een dubbel J katheter hebt, kom je na 4 tot 6 weken naar de dagbehandelingsafdeling. Deze katheter halen we er op de operatiekamer tijdens een narcose weer uit. Je mag meestal dezelfde dag weer naar huis.

Je krijgt een afspraak op de polikliniek bij de dokter. Deze wil bekijken of de operatie goed gelukt is en hoe het met je gaat.

Bij een 'open' pyelumplastiek

Als je een splint hebt mag je alleen douchen. Na het verwijderen van de splint, op de poli, mag je na 1 dag in bad als de wond niet lekt en er goed uitziet.

Zolang de splint er nog in zit, is sporten en zwemmen niet toegestaan. Ook wilde spelletjes en trampoline springen moet je niet doen. De splint kan het nierweefsel beschadigen. Er ontstaan dan bloedingen. De eerste 6 weken mag je niet sporten of zwemmen.

Als je een splint hebt, moet je op de insteekplaats dagelijks bethadine jodium oplossing doen. Hier kunnen je ouders je thuis bij helpen.

Als je een splint hebt, moet je samen met je ouders iedere dag kijken of de splint nog goed vast zit met de pleister. Zo niet, dan moet er een nieuwe pleister op. Op de afdeling laten we je zien hoe deze het beste geplakt kan worden met een ‘tunneltje’.

Bij een 'laparoscopische' pyelumplastiek

Je mag drie dagen na de operatie weer (kort) douchen.

Na een laparoscopische operatie mag je na 1 week in bad.

Met een katheter in de nier (dubbel J katheter) is sporten en zwemmen niet toegestaan. Ook wilde spelletjes en trampoline springen mag je niet doen. De katheter kan het nierweefsel beschadigen. Er ontstaan dan bloedingen.