Hoe werkt een cystoscopie?
Een cystoscopie is een kijkonderzoek van de blaas. Met een cystoscoop, een buisvormig instrument met een camera, bekijkt de arts via de plasbuis de binnenkant van de blaas. Voor het inbrengen wordt (verdovend) glijmiddel gebruikt. Tijdens een cystoscopie kan ook urine worden opgezogen voor het opvangen van de urinecytologie. Daarnaast kunnen met de cystoscoop direct kleine biopsies worden genomen om de aanwezigheid van afwijkende (kankercellen) te onderzoeken. Dit komt echter zelden voor in Nederland omdat dan een TUR-blaas wordt gedaan.

Indicaties cystoscopie
Bij een vermoeden op blaaskanker, die volgt uit de individuele klachten van de patiënt en de resultaten uit het urineonderzoek, is een cystoscopie nodig om dit vermoeden te bevestigen.

Bijwerkingen
Na het cystoscopie onderzoek zit er soms een paar dagen bloed in de urine, of ervaart de patiënt meer aandrang of een irriterend gevoel bij het plassen. Het drinken van meer water, een halve liter extra per dag, of twee glazen, zal helpen de urine te verdunnen en de kans op deze bijwerkingen te verminderen. Als deze effecten langer aanhouden dan twee dagen dan kan het wijzen op een infectie aan de urinewegen.