Blaaskanker is een gezwel dat in de blaas groeit. Net als andere vormen van kanker, is het een ongeremde groei van abnormaal weefsel die tumor genoemd wordt. Blaaskanker ontwikkeld zich meestal langzaam en komt vaker voor bij ouderen van boven de 60 jaar. Blaaskanker kent verschillende groeistadia, en de behandeling hangt af van het stadium waarin de tumor zich bevindt. Een tumor die de holte van de blaas in groeit, zonder het dieper gelegen spierweefsel van de blaas aan te tasten heet niet-spierinvasieve blaaskanker (NSIB). Ongeveer 75% van de blaaskankergevallen begint hiermee, maar deze vorm valt buiten dit zorgpad.

Spierinvasieve blaaskanker (SIB)

Zodra een tumor dieper in de blaaswand doordringt en daarbij de spierlaag van de blaas in groeit, heet het spierinvasieve blaaskanker. Deze vorm van kanker heeft een hogere kans op uitzaaiing naar andere delen van het lichaam (metastase) en is moeilijker te behandelen dan niet-spierinvasieve blaaskanker. Spierinvasieve blaaskanker moet agressief worden behandeld, omdat het fataal kan zijn als het niet voldoende aangepakt wordt. De verschillende stappen geven informatie over deze vorm van blaaskanker, de diagnose en mogelijke behandelingen. In overleg met de uroloog wordt voor elk persoon een behandeling bepaald. Twee andere vormen van blaaskanker zijn plaveiselcelcarcinoom en adenocarcinoom. Deze worden niet in dit document besproken.

Invasieve of niet-invasieve blaaskanker

De (urine)blaas is het orgaan dat de geproduceerde urine (via de urineleiders) uit de nieren verzamelt en bewaart. Het is dus een opslagorgaan. De blaas bestaat uit rekbaar weefsel dat meegeeft als er meer urine in opgeslagen wordt. Figuur 6 toont een normale blaas in een vrouw (links) en een man (rechts).


Fig. 6: Normale blaas vrouw (links) en een man (rechts)

Dit plaatje laat de verschillende lagen zien van de blaas. De drie vormen van kanker in figuur 7 horen tot de niet-spierinvasieve blaaskanker: T1, Ta en CIS. Zodra het de rode spierlaag van de blaas indringt is het spierinvasieve blaaskanker (T2-T4). De subtypen T2, T3 en T4 wijzen op spierinvasieve blaaskanker, met tumoren die in de blaaswand gegroeid zijn:

  • T2: de tumor is de spierlaag van de blaas in gegroeid.
  • T3: de tumor is aanwezig in het vetweefsel rondom de blaas
  • T4: de tumor is in een van de volgende organen gevonden: zaadblaasjes of prostaat bij mannen, de baarmoeder of vagina bij vrouwen, of de buikwand of bekkenbodem bij beide geslachten.



Fig. 7: Tumorstadia T2, T3 en T4 wijzen op spierinvasieve blaaskanker