Na iedere behandelingsvorm van kanker is de controle of follow-up van belang om complicaties te minimaliseren en om terugkerende kanker (recidieven) vroegtijdig op te sporen en te behandelen. Het is daarom gebruikelijk om op specifieke, vaste tijdsintervallen een afspraak te maken met de huisarts, uroloog, oncoloog, radioloog, of een verpleegkundige voor aanvullende onderzoeken. Een uroloog moet het voortouw hebben bij de coördinatie en interpretatie van alle resultaten van de controle bezoeken. Deze specialist is ook het aanspreekpunt voor vragen over de ziekte of aanverwante onderwerpen. 

Bepaalde patiënten, zoals die met meerdere tumoren en verdacht uitziende urineleiders, hebben een groter risico op het ontwikkelen van kanker in de hogere urinewegen, ook langer na de behandeling nog (langer dan 3 jaar). Bij hen moeten daarom ook de hogere urinewegen in kaart worden gebracht met een CT-scan.  Daarnaast moet een levenslange nacontrole zijn die gericht is op  nierfunctie en stofwisselingsstoornissen.. Dit onderzoek dient eenmaal per jaar uitgevoerd te worden. Hierbij horen:

  • anamnese of vraaggesprek met de arts
  • lichamelijk onderzoek
  • laboratoriumonderzoek (diverse bloedwaarden en nierfunctie)
  • cystoscopie (indien de blaas niet is weggehaald)
  • urinecytologie

Als een blaassparende behandeling is uitgevoerd, dan hoort bij de controle ook een cystoscopie en cytologie. Bij patiënten met urinewegomleidingen wordt gecontroleerd op nierfunctie, urineweginfecties, urinesteenvorming, bindweefselgroei in de aanhechting ureter - stoma, en eventuele functionele problemen met het stoma.