Radiofrequente ablatie (RFA) is een behandeling waarbij de interventieradioloog de tumor met hitte vernietigt. Dit heet ook wel ‘thermische ablatie’ of ‘warmteablatie’. Radiofrequent betekent dat er gebruik wordt gemaakt van de energie van radiogolven. Ablatie betekent verwijderen van weefsel.

Om de behandeling uit te voeren, prikt de arts een of meerdere naalden in de tumor. Dit kan via een klein prikgaatje in de huid. Door middel van beeldvorming (echografie of CT) kan de interventieradioloog de naald of naalden heel precies in de tumor plaatsen.

In sommige gevallen wordt gekozen voor microwave (MW) ablatie. Deze techniek is vergelijkbaar met RFA. Alleen wordt bij MW de tumor verhit met behulp van microgolven. Welke methode wordt toegepast, hangt af van de voorkeur van de interventieradioloog.

Voorbereiding

  • De procedure vindt over het algemeen plaats onder sedatie (lichte slaap). In een enkel geval zal de RFA worden uitgevoerd onder narcose (bij patiënten jonger dan 18 jaar). Van uw arts krijgt u hier meer informatie over. 
  • Het is voor u prettig wanneer u kleding aan hebt waarin u zich makkelijk kunt bewegen en die u makkelijk aan en uit kunt trekken.
  • De behandeling vindt meestal plaats in dagopname. Dit betekent dat u dezelfde dag weer naar huis gaat, maar dat u voor en na de ingreep op de verpleegafdeling verblijft. Afhankelijk van het tijdstip van het onderzoek kan worden besloten dat u de nacht moet blijven.
  • Over het algemeen kunt u uw medicijnen op de gebruikelijke manier en tijd innemen. Kan dat niet, dan hoort u dit van tevoren van uw behandelend arts. Meld het als u bloedverdunners gebruikt of recent gebruikt hebt. Ook wanneer u een stollingsziekte hebt, moet u dit altijd van tevoren doorgeven aan uw behandelend arts.
  • Voor deze behandeling gebruikt de interventieradioloog jodiumhoudend contrastmiddel. Dit middel maakt bloedvaten en organen beter zichtbaar. Voor de meeste mensen is het gebruik van contrastvloeistof ongevaarlijk, binnen een paar uur plast u het weer uit. Bij een klein aantal patiënten treedt een allergische reactie op, waar in de meeste gevallen geen behandeling voor nodig is. Hebt u ooit zo’n reactie gehad? Meld dit dan van tevoren bij uw arts.
  • U mag geen RFA ondergaan als u een pacemaker of een AICD (Automatisch Implanteerbare Cardioverter/Defibrillator) hebt. Is dit het geval, dan moet u dit zo snel mogelijk laten weten aan uw arts.

De behandeling

U neemt plaats op de onderzoekstafel, waarbij de laborant ervoor zorgt dat u zo comfortabel mogelijk ligt. Na het uitvoeren van een veiligheidscontrole, krijgt u sedatie via een infuusnaaldje. Door het slaapmiddel wordt uw bewustzijn verlaagd. Dit slaapmiddel werkt snel en kort, daarom worden er tijdens het onderzoek continu kleine beetjes van het slaapmiddel bijgegeven. Naast het slaapmiddel krijgt u ook pijnstillende medicijnen. Bij sedatie blijft u zelf ademhalen, maar soms kunt u in een diepere slaap terechtkomen. Daarom worden uw hartslag, bloeddruk, ademhaling en zuurstofgehalte gecontroleerd.

Wanneer u in slaap bent, kan het zijn dat u van positie wordt veranderd. Het kan zijn dat het team uw handen boven uw hoofd plaatst, of dat u een beetje op uw zij gedraaid wordt. Hierna wordt de huid gedesinfecteerd en afgedekt met steriele doeken. Met behulp van echografie of CT bepaalt de interventieradioloog de precieze plek waar de naaldelektrode geplaatst moet worden. Wanneer de tip van de naaldelektrode zich in de tumor bevindt, verhit de interventieradioloog de tumor. Aansluitend aan de RFA maken we een CT-scan met contrastvloeistof.

Soms is het nodig om aanvullend nog een naaldelektrode te plaatsen en de procedure te herhalen. De plek waar geprikt is (de punctieplaats), wordt met een pleister afgeplakt. Hierna maken we u wakker.

De gemiddelde duur van de behandeling is 120 minuten.

Nazorg

Eenmaal thuis moet u het in het begin rustig aan doen. In de eerste dagen na de RFA komen er afvalstoffen vrij. Hierdoor kunnen de ontstekingswaarden in het bloed stijgen en kan de lichaamstemperatuur de eerste dagen na de behandeling verhoogd zijn. Treden er problemen op, zoals onwel worden of heftige pijn, neemt u dan contact op met de arts of huisarts.

Het succes van de RFA – dus of de tumor in zijn geheel is vernietigd – hangt af van verschillende factoren. Het aantal tumoren, de ligging en de grootte van de tumor(en) in de nier spelen een rol. Om te bepalen of de niertumor in zijn geheel is vernietigd, maken we meestal aansluitend aan de RFA een CT-scan van de nieren gemaakt. 

Bijwerkingen

Aan elke ingreep kleven risico’s en dat geldt ook voor een RFA. Het is een veilige ingreep die meestal zonder problemen verloopt. Een enkele keer treden er complicaties op, zoals grote bloedingen rondom de nier of in de vrije buikholte. Maar ook beschadiging van aangrenzende darmstucturen, nierfalen of infecties komen voor. Ook is er een kleine kans op residu. Dit betekent dat de tumor niet geheel verhit is geraakt en er resttumorcellen zijn achtergebleven.