Ablatieve of focale therapie is een term voor verscheidene technieken om kleine tumoren te vernietigen in de nier zonder dat ze verwijderd worden. Omdat de tumorcellen direct worden aangepakt, blijft de schade aan de nier en andere weefsels beperkt. Patiënten met een kleine niertumor (minder dan 4 centimeter) en patiënten waarbij een operatie geen optie is vanwege de leeftijd of de slechte gezondheidstoestand komen voor focale therapie in aanmerking. Focale behandeling is minder ingrijpend dan een partiele nefrectomie waardoor patiënten sneller herstellen. Verschillende typen focale behandelingen zijn mogelijk:

  • Cryotherapie waarbij de tumor wordt bevroren (geen standaard behandeling)
  • Radiofrequente ablatie (RFA) of Microwave ablatie (MWA), waarbij de tumor wordt verhit (geen standaard behandeling)

Cryotherapie: bevriezen van de tumor

Hoe werkt cryotherapie?
Bij deze behandeling, cryotherapie of cryoablatie geheten, wordt de tumor bevroren met vloeibaar gas, meestal vloeibare stikstof of argon. Het gas wordt gebruikt om een ijsbal te creëren aan de tip van gesloten naalden. Het gas komt zo niet in het lichaam. Zo wordt via de naalden de tumor bevroren, waarna hij met behulp van helium-gas weer wordt ontdooid.

De behandeling kan plaatsvinden via een kijkoperatie (laparoscopisch) of via de huid, met een CT- of MRI-apparaat. De kijkoperatie vindt op de operatiekamer plaats en er wordt echt geopereerd. Bij de CT/echo-geleide cryoablatie plaatst de uroloog en/of radioloog onder narcose de naalden via de huid heel precies op de tumor. De opnameduur is kort, meestal zo’n een of twee dagen. Vaak wordt voorafgaand aan de cryotherapie het type tumor onderzocht met een biopsie.

Cryotherapie is minder belastend dan een nieroperatie, die gepaard gaat met pijn en risico’s zoals bloedverlies of urinelekkage. De techniek wordt sinds begin jaren 90 toegepast voor een selecte groep patiënten. Vooralsnog is het niet de standaard behandeling volgens de internationale richtlijnen, die van de Europese Associatie Urologie EAU). Er zijn echter steeds meer goede lange-termijn resultaten bekend, en in sommige gevallen lijkt het daarom een goed alternatief voor een nieroperatie. Deze behandeling wordt maar in enkele, gespecialiseerde ziekenhuizen in Nederland gedaan.

Fig. 9: bij cryotherapie wordt de tumor bevroren

Indicaties cryotherapie

Wanneer de tumor klein is (tot ongeveer 4 centimeter), en ook op een gunstige plaats op of in de nier zit, kan de uroloog cryotherapie voorstellen.  Cryotherapie kan meerdere malen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als de tumor terug komt of als de eerste behandeling niet succesvol was.

Bijwerkingen
Cryotherapie is veilig, maar er zijn risico’s op complicaties. De meest voorkomende zijn bloedingen en de ophoping van bloed in de nier. Tijdens de behandeling is er een risico op beschadiging van de urineleider.

Radiofrequente ablatie / microwave ablatie

Hoe werkt radiofrequente ablatie?
RFA (radiofrequente ablatie) is een behandeling van nierkanker door hitte. De radioloog plaatst met hulp van een CT-scan of echografie naalden in de tumor om hem te verhitten, waardoor de tumor wordt vernietigd. Dit gebeurt met hoogfrequente radiogolven. De behandeling kan via een (kijk)operatie plaatsvinden of rechtstreeks via een snee in de huid. De opnameduur is kort, meestal zo'n een tot twee dagen.

Bij MWA (microwave ablatie) wordt de tumor ook verhit, maar dan door middel van microgolven in plaats van radiogolven.

Fig. 10: bij radiofrequente ablatie wordt de tumor vernietigd door verhitting

Indicaties RFA / MWA
De arts kan RFA / MWA voorstellen als er sprake is van een kleine niertumor (tot 4 centimeter) en wanneer een operatie geen optie is vanwege de leeftijd of de slechte gezondheidstoestand van de patiënt. RFA / MWA kan meerdere malen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als een tumor terugkeert, of als de eerste behandeling niet succesvol was.

Bijwerkingen
Het voordeel van de technieken RFA / MWA is dat de ingrepen minder belastend zijn dan een nieroperatie. De nier hoeft niet (gedeeltelijk) verwijderd te worden, met de pijn en de risico’s die daarbij horen zoals bloedverlies of urinelekkage. Het nadeel is dat deze technieken nog maar kort toegepast worden. Het zijn nog geen standaard behandelingen. Er kan nog geen vergelijking gemaakt worden met de behandeling waarbij de nier (gedeeltelijk) wordt verwijderd. Of de kans op terugkeer van de tumor groter of kleiner is, is dus niet bekend. De procedures zijn veilig, maar er is altijd een risico op complicaties. De meest voorkomende complicaties zijn pijn rond het behandeld gebied en een prikkelend of tintelend gevoel van de huid. Er kunnen bloedingen op treden, en in zeldzame gevallen kan dit leiden tot bloedtransfusie. Tijdens de behandeling is er een risico op beschadiging van de urineleider of andere organen.