Tumor stadium
De uroloog bepaalt aan de hand van de onderzoeken in welk stadium de kanker zich bevindt. Hiervoor wordt het TNM classificatiesysteem gebruikt. Daarmee wordt bepaald:
Hoe ver gevorderd en hoe invasief de tumor is (T), is hier met versimpelde illustraties weergegeven.
Fig. 2: Een T1 prostaattumor is te klein om tijdens het lichamelijk onderzoek te worden gevoeld of om gezien te worden op een scan.
Fig. 3: Een T2 prostaattumor is beperkt tot de prostaat en bij rectaal toucher voelbaar.
Fig. 4: Een T3 prostaattumor die is uitgezaaid naar de zaadblaasjes.
Fig. 5: Een T4 prostaattumor die zich heeft verspreid naar de blaas nek, urinaire sluitspier en endeldarm.
Voor meer informatie over het TNM classificatiesysteem, klik hier.
Agressiviteit tumor
De patholoog bepaalt met de Gleasonscore de mate van agressiviteit van de kanker na bestudering van het weefsel onder de microscoop. Een Gleasonscore van 6 of minder geeft aan dat de tumor langzaam groeit en de kans op uitzaaiingen laag is. Een Gleasonscore van 7 of hoger betekent dat de tumor sneller en grilliger groeit en uitzaaiingen kan geven. Hoe minder de kankercellen lijken op normaal prostaatweefsel, hoe hoger de Gleasonscore.
De Gleasonscore
De Gleasonscore varieert van 6 tot 10. Tumoren met een hogere score wijken qua kenmerken meer af van gezond prostaatweefsel, zijn agressiever en moeilijker te genezen.
De score komt tot stand door een optelsom van twee getallen te nemen. De patholoog geeft voor het eerste getal (tussen 1 en 5) een gradering aan het meest voorkomende type tumorweefsel. Voor het minder voorkomende type tumorweefsel de tweede gradering.
Bijvoorbeeld: de meest voorkomende heeft een score van 3, en de minder voorkomende een score van 4. In dit geval is de Gleason score 3 + 4 = 7.
Bron: Prostaatkanker richtlijn EAU (2017).