Hoe werkt chemoradiatie?

Chemoradiatie is de gelijktijdige toediening van radiotherapie en chemotherapie. Radiotherapie is de behandeling van kanker door middel van straling. Het doel van de bestraling is het doden van de aanwezige kankercellen en daarbij de gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen. Kankercellen verdragen straling slechter dan gezonde cellen. Daarnaast herstellen kankercellen niet goed na blootstelling aan straling, terwijl gezonde cellen over het algemeen wel goed herstellen. Chemotherapie is de behandeling van kanker met celdodende of celdelingremmende medicijnen, cytostatica genoemd. De combinatiebehandeling is meer belastend dan alleen bestraling, maar heeft ook een beter effect dan de behandelingen apart. De chemotherapie versterkt de werking van de bestraling. Het is een redelijk alternatief voor patiënten die niet in aanmerking komen voor een radicale cystectomie, of die dit niet willen. De tijdsduur van de totale behandeling is een zware belasting voor de patiënt en is een aspect dat in de keuze voor de behandeling aandacht verdient.

Afhankelijk van het schema dat het ziekenhuis aanhoudt, wordt voor de chemotherapie bijvoorbeeld de patiënt een aantal keer voor een aantal dagen in het ziekenhuis opgenomen. De bestraling wordt dan in diezelfde periode toegediend. Tussen elke opname zitten enkele weken hersteltijd. De chemokuur wordt via een infuus ingebracht, terwijl de bestraling met een bestralingsapparaat wordt toegediend. 

Uitslag chemoradiatie

Chemoradiatie is een redelijk alternatief voor patiënten die niet in aanmerking komen voor een radicale cystectomie, of die dit niet willen. Of de patiënt chemoradiatie kan ondergaan hangt af van de algemene fitheid, nierfunctie, eventuele voorafgaande stralingsbehandelingen of buikoperaties en of de patiënt andere vormen van kanker heeft gehad in het verleden 

Bijwerkingen 

Bestraling beschadigt niet alleen kankercellen, maar ook gezonde cellen in het bestraalde gebied. Daardoor kan de patiënt met een aantal bijwerkingen te maken krijgen:

  • slikklachten, misselijkheid, slijmvorming
  • hoesten, kortademigheid
  • vermoeidheid

Mogelijke bijwerkingen van de chemotherapie zijn:

  • misselijkheid
  • blaren in de mond
  • diarree
  • verslechtering van de nierfunctie (om dit te voorkomen wordt tijdens de chemokuur veel vocht toegediend

De patiënt krijgt standaard medicatie tegen de misselijkheid. Sommige bijwerkingen starten pas 10 tot 14 dagen na het begin van de behandeling. De arts of verpleegkundige zal aangeven hoe de patiënt met deze bijwerkingen om kan gaan.