Het stadium waarin de tumor zich bevindt geeft aan hoe vergevorderd de tumor is en of sprake is van uitzaaiing in de lymfeklieren of andere organen. De diagnose, prognose en aard van de behandeling is afhankelijk van deze factoren. Om het stadium van de spierinvasieve blaaskanker te kunnen bepalen, wordt gekeken naar:

  • of de tumor in de blaaswand gegroeid is (en in welke mate). Dit wordt aangegeven met de letter T (van ‘tumor’).
  • of de kanker is uitgezaaid naar de lymfeklieren (en in welke mate). Dit wordt aangegeven met de letter N (van het Engelse woord voor lymfeklier, ‘node’).
  • of de kanker is uitgezaaid naar andere organen dan de blaas. Dit wordt aangegeven met de letter M (van het Engelse woord voor uitzaaiing, ‘metastasis’).


De stadia T, N en M kunnen onderverdeeld worden in subtypen. Voor de lokale invasie (T) wijzen de subtypen Ta, T1 en Tis op niet-spierinvasieve blaaskanker. De subtypen T2 (de tumor is de spierlaag van de blaas in gegroeid), T3 (de tumor is aanwezig in het vetweefselvet rondom de blaas) en T4 (de tumor is doorgegroeid een van de aangrenzende organen : zaadblaasjes of prostaat bij mannen, de baarmoeder of vagina bij vrouwen, of de buikwand of bekkenbodem) wijzen op spierinvasieve blaaskanker, met tumoren die in de blaaswand gegroeid zijn. Klik hier voor meer informatie over tumortypes.