Een CT-scan is een onderzoek, waarbij met röntgenstralen afbeeldingen worden gemaakt van dwarsdoorsneden van een deel van het lichaam.

De opnamen die door de CT-scanner worden gemaakt, geven een driedimensionaal beeld. Met de scan kan de arts afwijkingen aan de bloedvaten, organen of botten beter opsporen of beter in beeld krijgen. Met een CT scan van de urinewegen kunnen de radioloog en de uroloog de nieren, urineleider en blaas goed beoordelen. Zij kunnen bijvoorbeeld zien of er een tumor, een steen of een aangeboren of verworden afwijking is van en in de nier, urineleider en/of blaas. 

Voorbereiding

Een CT-scan van de urinewegen is altijd met contrast vloeistof. U krijgt via een infuus in uw arm contrastvloeistof toegediend. Deze vloeistof zorgt ervoor dat de nieren en de urineleider beter zichtbaar zijn op de scan. Dit contrastmiddel kan in zeldzame gevallen leiden tot een allergische reactie en/of nierschade. Daarom moet u voordat er wordt begonnen met het onderzoek, een aantal vragen beantwoorden. In sommige gevallen wordt er ook bloed afgenomen om eventuele risicofactoren op te sporen. Daarnaast is het 
noodzakelijk dat er een recente nierfunctie bekend is. Als de nierfunctie niet bekend is, kan het onderzoek vaak niet doorgaan!

Als blijkt dat er risicofactoren aanwezig, kan het zijn dat u op de dag van het onderzoek in het ziekenhuis wordt opgenomen. In het ziekenhuis krijgt u een infuus om nierschade of een allergische reactie te voorkomen.


Bij ondervulling is de kans op nierproblemen na een CT-onderzoek met contrast groter. Ondervulling wil zeggen dat er minder vocht in de bloedvaten aanwezig is. Neemt u daarom contact op met uw behandelend arts als u de dag voorafgaand aan het onderzoek of op de dag van het onderzoek last heeft (gehad) van ernstige diarree/ernstig braken of/en langer dan 3 dagen voorafgaand aan het onderzoek absolute bedrust heeft gehad.

Ook is het belangrijk dat u 12 uur voor het onderzoek geen ontstekingsremmende pijnstillers meer inneemt. Heeft u toch ontstekingsremmende pijnstillers binnen 12 uur voor het onderzoek ingenomen? Geef dit dan aan. Het kan zijn dat het onderzoek naar een later tijdstip wordt uitgesteld.

Onderzoek

De radiologisch laborant haalt u op uit de wachtkamer en brengt u naar de kamer waar het onderzoek plaatsvindt. De laborant stelt u voorafgaand aan het onderzoek een aantal vragen en vertelt u tijdens het onderzoek wat er gaat gebeuren. Daarna neemt u plaats op de onderzoekstafel. De laborant loopt de kamer uit, maar hij kan u wel zien. U kunt met hem praten via de intercom. De onderzoekstafel wordt langzaam door de opening in het midden van het apparaat geschoven. Zo nodig vraagt de laborant u tijdens het onderzoek even uw adem in te houden. U krijgt via een infuus in uw arm contrastvloeistof toegediend. Na het inspuiten van de contrastvloeistof kunt u een warm gevoel in uw keel en soms ook in uw onderbuik krijgen. Dit gevoel verdwijnt na een paar minuten. Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek zo stil mogelijk blijft liggen. Het onderzoek duurt 10 tot 25 minuten. 

Nazorg

Omdat er contrastmiddel is toegediend moet u de rest van de dag meer drinken dan normaal. Hierdoor kan het contrastmiddel uw lichaam sneller via de urine verlaten. Overleg met uw behandelend arts als u een vochtbeperking heeft. U krijgt de uitslag van het onderzoek van uw behandelend arts.